Veiligheid en aandachtspunten
Als eerste, het belangrijkste: werken met elektriciteit is gevaarlijk. Wij adviseren u om altijd de volgende voorzorgsmaatregelen te nemen:
1) Schakel bij werkzaamheden aan het elektriciteitsnetwerk altijd eerst de hoofdzekering of hoofdschakelaar uit in de groepenkast (let op, bij een meerfase aansluiting zijn dit er drie).
2) Schakel bij werkzaamheden aan zaken die op het elektriciteitsnetwerk zijn aangesloten zowel de betreffende aardlekschakelaar als groepsautomaat uit.
3) Controleer, voordat u aan de slag gaat, of de spanning ook daadwerkelijk is uitgeschakeld. Gebruik hier een spanningszoeker of voltmeter (universeelmeter of voltpen) voor.
4) Bescherm uzelf bij werkzaamheden in of aan een groepenkast met een gedegenveiligheidsuitrusting.
Begrippen
| Ader/kern | De kern in kabels, snoeren en draden waar de stroom doorheen loopt. Veelal koper. |
| Fase | Bruine draad, de stroomtoevoer. |
| Nulleider | Blauwe draad, de stroomafvoer. |
| Aarde | Geel/groene draad, stroomafvoer in het geval van fouten. |
| Schakeldraad | Zwarte draad, voor het in- en uitschakelen van de spanning. |
In woningen gebouwd voor de jaren 70 kunnen nog oude kleuren bedrading gebruikt zijn. In dergelijke woningen zal de fasedraad groen zijn, de nulleider rood, de aarde grijs en de schakeldraad zwart. Het is aan te raden om dergelijke bedrading te vervangen.
| Volt | Eenheid voor de spanning, het verschil tussen de fase en de nulleider. |
| Ampère | Eenheid voor de grootte van de stroomsterkte. |
| Watt | Eenheid voor vermogen, voor het meten van het stroomverbruik. |
